
blog
Jikke Lesterhuis
Jikke Lesterhuis
Recidency, deel 1: 8 september - 25 september
Mijn eerste drie weken zitten er alweer op. De tijd is voorbij gevlogen en ik sta te springen om na een week aan wal voor het Nederlands Film Festival, weer terug te gaan naar mijn vertrouwde plekje op Vlieland.
Zo ontstond het idee om het Wad te zien als theater. Een traag, eindeloos stuk waarin het tij de regisseur is en het landschap het toneel, de machines de poppen en de elementen de poppenspelers. In de vijfdelige boog van het klassieke theater: opbouw, spanning, climax, ontspanning, afronding, herkende ik het verloop van de getijden. Uit die spiegeling groeide het plan voor mijn Kinetisch Wadden Theater: een landschap dat zich ontvouwt als een toneelstuk, gespeeld door de natuur.Ik vertrok naar het eiland met het idee om een voorstelling of installatie te ontwikkelen over de cyclische aard van het Waddengebied. We leven in een wereld waar mens en natuur als twee losse elementen worden beschouwd en die afstand steeds groter lijkt te worden met desastreuze gevolgen voor de planeet. Met dit in mijn achterhoofd, en de manier waarop ik als zeiler op de Wadden juist heel erg dat gevoel van verbondenheid met de omgeving voel, begon ik aan dit project.

Onderzoek
De eerste week verdiepte me in hoe onze relatie met natuur verschoven is van verbondenheid naar afstand, en hoe we opnieuw moeten leren om natuur te ervaren als kwetsbaar, veranderlijk en iets waar wij deel van zijn, om zorg en gevoel van verantwoordelijkheid te bevorderen. Hiervoor raadpleegde ik verschillende literaire bronnen vanuit de psychologie en milieusociologie en bundelde deze nieuwe kennis in een onderzoeksartikel dat de basis vormde voor dit project.
Het Waddengebied kent verschillende cycli. Alles is in beweging: dingen verschuiven, verdwijnen, en nieuwe dingen ontstaan. Het landschap, net als het leven, is dynamisch en vol constante transformatie. Ik bestudeerde deze veranderingen vanuit de lucht met data van Copernicus - een open database waarin ik de morfologie van het gebied prachtig kon bekijken - en vanaf de bodem met mijn voeten in het slik. Na een wandeling van zes uur, vertrokken met hoog water, kon ik een halve cyclus beschouwen en zag ik hoe ongemerkt een compleet nieuw landschap werd onthuld.


Ik leerde over dieren die in dit gebied leven die een circatidaal bioritme hebben. Een begrip waar ik nooit eerder over had gehoord. Mensen, en de meeste andere levende wezens, volgen een circatidaan ritme, ofwel dag- en nachtritme. Bij de bewoners in de Waddenzee is dat net iets anders, hun ritme is namelijk afgestemd op het getij. Na een paar dagen op Vlieland te zijn, merkte ik dat ook ik mijn ritme aan het aanpassen was op het getij (bij hoog water ben ik in de werkplaats, of in de bossen, bij laag water trek ik het wad op). Het bioritme van deze dieren fascineert mij. Dit is een manier van aanpassen aan de omstandigheden waar mensen veel van kunnen leren. Wij zijn gewend aan stabiliteit en passen de omgeving aan naar onze wensen.

Ik begon het getij steeds meer als klok te zien en maakte een paar testmodelletjes van karton waarin ik een golf probeerde te simuleren. Ik programmeerde de motor die het model aandrijft met data van de getijden. Zo beweegt de golf synchroon met het getij. Na het maken van dit model zal ik de visuele gelijkenis met de klok die wij allemaal kennen. Na talloze testmodellen besefte ik dat ik een machine had gebouwd. Geen machine om sneller te gaan, maar eentje die de beweging van het getij zichtbaar en voelbaar maakt. Aangestuurd door real-time waterdata laat het de traagheid van het ritme zien: pas na zes uur zie je één golf voorbijtrekken.
Dat inzicht raakte me, want de machine staat juist symbool voor versnelling en vooruitgang. Vanaf de Industriële Revolutie namen stoom en elektriciteit het over van spierkracht, wind en water. Die ontwikkeling bracht ongekende groei, maar ook de schaduwzijde van vervuiling en klimaatverandering. Waar machines ooit bevrijding beloofden, zijn ze nu deel van de crisis.
Daarom kwam ik op het idee machines te maken die het tegenovergestelde doen. Een machine die niet de natuur overheerst, maar haar ritme vertaalt in een taal die wij begrijpen; technologie. Het tij voelt als een gordijn dat opent en sluit: bij hoogwater bedekt het toneel, bij laagwater onthult het de slikken, vogels en sporen van leven. Mijn golfmachine weerspiegelt die beweging als een kinetisch gordijn.

Zo ontstond het idee om het Wad te zien als theater. Een traag, eindeloos stuk waarin het tij de regisseur is en het landschap het toneel, de machines de poppen en de elementen de poppenspelers. In de vijfdelige boog van het klassieke theater: opbouw, spanning, climax, ontspanning, afronding, herkende ik het verloop van de getijden. Uit die spiegeling groeide het plan voor mijn Kinetisch Wadden Theater: een landschap dat zich ontvouwt als een toneelstuk, gespeeld door de natuur.

Ik verdiepte me in kiezelwieren, een van de allerkleinste bewonertjes van het Wad maar met een enorme impact. Kiezelwieren en andere algen vormen de basis van het ecosysteem. Daarnaast zijn kiezelwieren extreem belangrijk voor leven op aarde; ze produceren zo’n 20-30% van de zuurstof - dus elke vijfde ademteug heb je te danken aan kiezelwieren! Omdat ik altijd graag alles zelf wil zien in plaats van genoegen nemen met een plaatje in een boek, begon ik aan een nieuwe missie: kiezelwieren bekijken. De school De Jutter was zo aardig om mij een microscoop te lenen, de huisartsenpost gaf me wat lege bloedbuisjes om monsters mee te kunnen nemen, en bij het eerste laagwater rende ik naar de haven om samples te nemen. Het resultaat was magisch. Zeker twee dagen lang tuurde ik vol verwondering door de lens van de microscoop waarin ik de prachtig geometrische figuurtjes aanschouwde. Hun celwand bestaat uit kiezel (siliciumdioxide) en vormt een soort glazen pantser met vaak heel fijne patronen. Dit skelet heet een frustule. Ze zetten zonlicht, water en CO₂ om in zuurstof en suikers. Het feit dat deze kiezelwieren minuscuul zijn, en vormen aannemen die vele malen groter zijn dan zichzelf, bracht mij op een idee voor een tweede machine: een kinetisch glazen werk waarin de zon via de glazen figuren, gekleurde patronen op de omgeving en de toeschouwer werpt die groter zijn dan hun eigen vorm.



En nu zitten de eerste drie weken er alweer op. Residenties zijn voor mijn artistieke ontwikkeling van onschatbare waarde. Tijdens residenties kan ik mij volledig afsluiten van de normale gang van zaken en helemaal in mijn project opgaan. Ik heb verschillende residenties gedaan de afgelopen jaren, maar de manier waarop ITGWO, Hi-Lo en Museum Tromp's Huys voor precies de juiste ondersteuning zorgen heb ik nog niet eerder meegemaakt. Hun contacten op het eiland en betrokkenheid zorgen ervoor dat ik alles uit deze periode kan halen.
Na een week NFF (waar mijn film ‘Wad is, is nu’ in première gaat) keer ik terug naar het eiland voor de tweede helft van deze residentie. In die periode ga ik testmodellen maken van de kiezelwierenmachine, en ga ik verder met het ontwikkelen van de andere (nog te bedenken) machines. Ik kan niet wachten om weer op de boot te stappen.
Jikke Lesterhuis, september 2025
